We zijn op weg naar Amsterdam. De neven en nichten van mijn vrouw (geboren in Israël) zijn allemaal in Nederland en vandaag hebben we een ‘Neefies en Nichies dag’.
Een paar dagen daarvoor ben ik geopereerd aan mijn meniscus. Ik vond dat best een heftige ervaring. Het wachten. De spanning. De operatiekamer. De ruggenprik. Mijn halve lichaam buiten werking. De overgave. Het gerommel in mijn knie. De beelden op de monitor vanuit mijn knie. Het wachten tot mijn onderlichaam het langzaam weer ging doen. Eenmaal achter de rug, was het een waardevolle ervaring en was de nodige dosis liefde van mijn gezin een ‘pleister op de wonde’.
De operatie was goed verlopen en de dagen daarna had ik bijna geen pijn. Het slapen was lastiger omdat ik mijn been niet mocht buigen tijdens het slapen. Dat loste ik op door een langwerpig kussen (door ons ‘De Worst’ genoemd) in de pijp van mijn pyamabroek te stoppen, zodat ik mijn been niet meer kon buigen. Mijn dochter schrok zich de volgende ochtend een hoedje toen ze een been zag dat twee keer zo dik was geworden.
We zouden de dag starten in het Rijksmuseum en parkeren de auto in de garage onder het Museumplein. Ik heb krukken, maar voor dit soort dagen hebben we een rolstoel geregeld. We zijn aan de late kant dus klappen hem snel uit en terwijl de meiden me richting de lift duwen, besluit ik de gelegenheid aan te grijpen om Amsterdam eens te testen op haar rolstoelvriendelijkheid. Bij de lift aangekomen zien we een briefje op de deur: ‘Lift buiten werking’. We lopen naar de andere kant van de garage (weg van het Rijks) waar we een lift aantreffen met net zo’n briefje. We moeten de lift van de Albert Heijn gebruiken. Daar aangekomen willen we door de automatische schuifdeuren die toegang geven tot de hal waar de lift zich bevindt, maar die blijven hermetisch gesloten. Er is verder geen doorgang of trap.
Mijn vrouw vindt verderop een trap naar boven, alleen te gebruiken in geval van nood. Dit lijkt ons wel een noodgevalletje, maar als ze de deur opent, gaat er een oorverdovend alarm af. Ik weet niet of ik nou heel hard moet lachen of verschrikkelijk boos moet worden, dus blijf er ergens tussen inhangen. Het allereerste kwartier van mijn (tijdelijke) bestaan als gehandicapte en ik zit al vast in een betonnen ruimte 10 meter onder de grond. Wat als er brand uitbreekt?
Mijn vrouw gaat naar een andere trap en gaat verhaal halen bij de Albert Heijn. Daar komt een glimlachende manager op haar af: “Oh, is ie dicht? Dan zijn we dan vergeten vanochtend”. Geen spoor van besef wat dat ‘vergeten’ voor gevolgen heeft voor de gehandicapte medemens.
Het Rijksmuseum rolstoelvriendelijk?
In het Rijks aangekomen lijken de voorzieningen goed geregeld. Een grote glazen lift bij de ingang. Vlakke, geleidelijk oplopende vloeren en geen drempels of trappetjes. Ik word enthousiast en medelevend ontvangen door de familie en iedereen verdringt zich om te helpen duwen. Stuk voor stuk schatten, ik tref het maar met ze. Ik wil mijn dochtertje de Nachtwacht laten zien, maar waar ik met mijn 1,93 gewend ben om alles goed te kunnen overzien, zie ik nu vooral billen en ruggen en moet het nodige geduld opbrengen voordat ik door de mensenhaag heen ben en we het hele schilderij kunnen bekijken. De schilderijen zie ik van onderaf waardoor het licht hinderlijk weerkaatst en ik weliswaar de structuur goed kan zien, maar de afbeelding zelf minder goed.
Als ik een zaal in geduwd wordt (zelf rijden wordt na een tijdje behoorlijk zwaar) is dat niet perse richting het kunstwerk wat mijzelf het meest trekt, waardoor ik nog wel eens mijn nek moet draaien. Soms geef ik aan waar ik heen wil, maar wil ook niet de hele tijd commanderen. Dit gebrek aan autonomie is binnen een paar uur al frustrerend. De conversaties en interacties bevinden zich ruim een halve meter boven me, wat me al uit de natuurlijke gang van zaken haalt en een negatief psychologisch effect heeft. Ik krijg ineens meer begrip hoe kinderen zich moeten voelen in een volwassen wereld. Als een neef (heel lief) bij me hurkt om bij te kletsen, is dat fijn (zelfde level), maar geeft het ook weer het gevoel dat iemand extra moeite voor je moet doen.
Als we besluiten naar een bepaalde afdeling in het gebouw te gaan, blijkt dat nog niet zo makkelijk. De lift komt wel, maar staat elke keer vol met mensen die niet uitstappen en me meewarig aankijken, waarna de deuren zich weer sluiten. Dit herhaalt zich enkele keren, totdat er eindelijk mensen uitstappen en ik er diagonaal ingepropt kan worden. Blijkt dat we toch niet in de juiste vleugel zitten waarna het gebeuren zich herhaalt.
Het Concertgebouw rolstoelvriendelijk?
Als we het museum verlaten en de overtocht maken naar het Concertgebouw komen we met regelmaat stoepranden, verzakkingen en diverse obstakels tegen, wat de reis behoorlijk lastig maakt. Als ik tijdens de lunch wat foto’s maak van het gezelschap, leun ik wat te ver voorover om het juiste standpunt in te nemen en val voorover met wagen en al. Iemand weet mij net te grijpen waardoor iets ergs wordt voorkomen. Een tripje naar het toilet kost ook de nodige medewerking van het personeel, die moet worden ingeschakeld om het deel van het gebouw te ontsluiten waar zich een invalide-toilet bevind.
Naast een super leuke en gezellige dag heb ik nu ook een beter besef van wat mensen in een rolstoel moeten doorstaan. En dat meestal niet voor een paar weken, maar voor de rest van hun leven. Ik prijs mezelf zeer gelukkig dat ik straks wel weer ‘gewoon’ mijn leven kan leven, zonder al die beperkingen en obstakels. En zal voortaan met andere ogen en met meer begrip kijken naar mensen in een rolstoel.
Geef een antwoord