Gehaakte hoody voor Siem

Stiekem is het zo dat de kast van de jongste hier niet perse aanvulling nodig heeft maar ik kan het gewoon niet laten. Het capuchon vestje wat ik voor hem haakte bevalt zo goed dat ik besloot nog een exemplaar te maken maar dan een beetje anders. Je moet ten slotte dingen blijven uitproberen nietwaar? En deze staat hem ook weer zo leuk.

Siem is ook gewoon zo’n dankbaar exemplaar, die vindt het heerlijk om te passen en het maakt hem weinig uit wat er aan zijn lijfje gehesen wordt als het maar lekker zit en speelbaar is.

Ik besloot dat het een soort hoody moest worden. Met korte mouwtjes deze keer, een rits en een lekkere wijde capuchon. Ik twijfelde nog even of lange mouwen niet toch leuker was geweest maar besloot dat gewoon tot het laatst te laten en toen… was mijn wol op. Korte mouwen dus 😉

Voor de liefhebbers, de beschrijving van de gehaakte hoody:

Note: ik doe aan passen en meten en heb dus geen maattabel. Siem is bijna 2 jaar en draagt maat 86/92 daar zal dit vestje mee overeen komen.

Ik gebruikte:

• 6 bollen scheepjeswol stone washed XL crystal Quartz
• Haaknaald 5
• Aquablauwe rits van 26 cm
• naald en draad of naaimachine
• schaartje
• stopnaald
• 2 verschillende stukke blauwe haakkatoen om een koord te maken

Achterkant:

1. We beginnen met het achterpand. Je kan meten op je kindje zelf maar voor het gemak kan je ook een goed zittend vestje of truitje pakken. Haak een slinger losse die ruim van rechts naar links over de breedte van je kindje past. In mijn geval 40 losse + 2 extra. Het aantal moet deelbaar zijn door 2. Haak 2 extra lossen, deze gaan je eerste halve stokje worden.
2. Haak een half stokje in de derde losse. Haak de hele slinger af in halve stokjes. Haak 2 extra losse en keer je werk om.
3. We gaan een boord maken via de boordsteek. Sla de draad over je naald (zoals je ook doet bij een half stokje). Je steekt nu je naald in het gaatje onder het ‘V-tje’, slaat je draad er om heen, trekt je naald terug, slaat de draad er om heen en trek door alle lussen op je naald.
4. Sla je draad om je naald. Steek nu je naald via de andere kant van je werk, via het zelfde gaatje naar het gaatje ernaast. Sla de draad om en haal je naald terug. Sla de draad om en trek door alle lussen om je naald.
5. Herhaald punt 4 tot het eind van van deze toer. Zorg dat je elke steek aan de andere kant in steekt, hierdoor ontstaan de ribbels. Aan het eind haak je 2 extra lossen en keer je werk om.
6. Ga op dezelfde manier terug maar zorg ervoor dat als je ribbel voor eindigde, je ook weer voor begint. Ik haakte een rand van 3 toeren.
   * (Poeh, ingewikkeld he? Lastig uitleggen hoor, om het beter te begrijpen en het direct voor je te zien, bekijk het filmpje van Maris van Creachick, ze legt het heel duidelijk uit).
7. De rest van het achterpand haakte ik rechttoe rechtaan met halve stokjes tot halverwege de billen tot in de nek. Ik kwam daarbij uit op 32 toeren boven de boordrand. Je achter pand is klaar.

Voorkant:

1. Haak de helft van het aantal losse dat je gebruikte voor het achterpand plus 2 extra voor het eerste halve stokje, haak in de derde steek een half stokje en maak je eerste toer halve stokjes af.
2. Haak weer 3 toeren boordsteek zoals boven beschreven of uitgelegd in het filmpje.
3. Let op, er moet een V opening bij de hals komen, wat betekent dat je op een bepaald moment moet gaan minderen in steken aan 1 kant. Bepaal voor je zelf hoe diep je V moet zijn. Haak tot dat punt toeren in halve stokjes. In mijn geval begon ik met minderen van steken na 22 toeren halve stokjes. 
4. Haak in de eerste en tweede steek van de volgende toer de eerste 2 halve stokjes samen en maak je toer af.
5. Haak 2 extra losse en keer je werk om. Haak je toer halve stokjes maar haak de laatste 2 steken weer halve stokjes samen. Ga zo verder tot je eerste deel voorpand net zo lang is (net zoveel toeren heeft) als het achterpand.
6. Herhaal 1 tot 5 voor het tweede deel van je voorpand.
7. Leg voor en achter binnenste buiten op elkaar en haak de schoudernaden aan elkaar.
8. Haal de zijnaden dicht maar houd genoeg ruimte over voor de armsgaten.

Mouwen:

1. Haak onder in de oksel de draad aan, haak 2 losse en haak rondom het armsgat halve stokjes vast. Sluit de toer.
2. Haak 2 losse en haak de volgende toer halve stokjes. Ga zo verder tot je de mouw (kort of lang) lang genoeg vindt. Houdt rekening met het boord wat er nog aan komt.
3. Haak 3 toeren boorsteek volgens bovenstaande beschrijving of volgens het filmpje.
4. Doe hetzelfde aan de andere kant.

Capuchon:

1. Haak een slinger losse die dubbelgevouwen ruim van boven het hoofd tot in de nek komt.
2. Haak halve stokjes terug. Haak 2 losse en keer je werk om.
3. Het aantal toeren dat je op deze manier haakt is afhankelijk van de rechte ruimte voor de hals aan het achterpand. Dit meet je door de korte kanten van je lap naast elkaar tegen de hals te leggen.
4. Vanaf dat punt haak je in de eerste en de laatste steek van elke toer een extra half stokje.
5. Ga door tot de capuchon precies goed om de hals van je vestje past.
6. Vouw de lap dubbel en naai de kortste lange zijkant aan elkaar. Haak de capuchon vast aan de hals.

Rest nog er een rits in te naaien (kan met de hand maar deed ik gewoon recht toe recht aan met de naaimachine), de draadjes weg te werken en een koord door de capuchon te rijgen voor het extra ‘hoodygevoel’.

En tadaa, komen die leuke shirts en romper met vrolijke printjes toch ooit nog tot hun recht. Of straks in het voorjaar lekker met blote armpjes, laat maar komen hoor.

Ik zie natuurlijk heel graag jullie exemplaren voorbij komen. Deel ze vooral op mijn facebookpagina of stuur ze via een mailtje 🙂