Sommige dingen begrijp ik niet zo goed aan mezelf. Daarvan is het grootste ding, mijn aversie tegen slapen. Zo zou je het bijna kunnen opvatten. De waarheid is, ik doe niets liever dan slapen. Ik denk de hele dag aan slapen en kan niet wachten tot ik mag gaan slapen. Maar… ik kan het gewoon niet.
Klinkt suf, nietwaar. Wie kan er nou niet slapen?
Smoesjes:
Ik snap het zelf ook niet. Mezelf niet. Ik ben hondsmoe, mijn wallen hangen onder mijn schoenzolen (sokken) maar slapen ho maar. Begint al bij het feit dat ik opleef als de kinderen in bed liggen. Ik neem me echt elke dag voor vroeg naar bed te gaan maar krijg met zeer grote regelmaat dat luie gat van mij niet van de bank gesleept. Tandenpoetsen, de trap naar boven, uitkleden, pyjama aan, het is allemaal te veel gevraagd. In plaats daarvan hang ik voor de tv, met mijn snuit in een tijdschrift of lees ik al jullie blogs. Soms moet de was nog worden gedaan, moet er nog worden gesport, wat over het algemeen helemaal niet ten goede komt aan mijn slaapgedrag, lees enorme adrenaline stijging. Maar het moet toch. Smoesjes? Uh ja, en dan alsnog mezelf naar boven hijsen.
Hoe zet ik mezelf uit?
En als ik dan eindelijk mij kop op mijn kussen leg, begint het circus. Eerst al mijn poging om vooral niet na te denken. Mezelf uit zetten. Iemand enig idee hoe dat moet? Zodra ik mezelf een halt wil toeroepen lijkt het hek van de dam. Ik moet en zal nadenken over nog dat ene blogje. Ik kan echt geweldig goed schrijven jongens, en heb uiteraard de meest wilde, spannende ideeën, maar ’s nachts heb ik nooit pen en papier bij de hand. Jammer. Dat notitie boekje heeft er wel even gelegen maar is nog altijd leeg. Ik moet ook altijd nog even piekeren over iets met de kinderen, iets in mijn relatie, iets over wat ik heb gezegd, gedaan, niet heb gezegd, niet heb gedaan. Ik bedenk strategieën om eindelijk eens dat enorm suffe spelletje uit te spelen. Ik overdenk nog even de afgelopen training. Echt, ik weet bijna zeker dat als ik speel zoals ’s nachts, we kampioen worden met al onze vingers in onze neus. Ik overdenk nog even mijn leven. Of onze toekomst. Ik maak lijstjes in mijn hoofd over wat ik vooral niet mag vergeten. Van die dingen die ik al maanden op mijn to do list heb staan maar er om de een of ander onbenullige reden (iets van uitstelgedrag) maar niet af krijg. En als ik dat allemaal tot in den treuren bedacht heb… lukt het nog niet. Te koud, te warm, te veel lawaai van manlief, manlief kan niet stilliggen of moet weer eens plassen, rommelende kinderen, of nog erger, kinderen die net als ik niet kunnen slapen, kinderen die iets te hard zuchten, zich stoten, zich omdraaien, een huil beginnen in te zetten, oh nee toch niet, dromen, honger, dorst weet ik veel, verzin wat.
Dutjes?
Dutjes dan. Uurtje bijtanken als de kinderen slapen? Gewoon overdag? Wat denk je nou zelf. Eèn, ik zou mezelf voor mijn kop slaan als de wereld vergaat en ik zou dat zomaar missen. Twee, alles wat ik ’s nachts bedenk moet toch ook ooit worden uitgevoerd, nietwaar? Drie, ik moet moet moet ’s ochtends wat bakken koffie om de dag te starten, die beginnen ergens halverwege de ochtend te werken, je snapt mijn punt? Vier, iets met huishouden.
Dus.
Nou ja, dat dus. Dat begrijp ik dus niet zo goed.
Geef een antwoord