Ik kan me nog herinneren dat ik bij Fenne niet kon wachten tot de eerste zes maanden voorbij waren. Met Fenne was ik zo enthousiast dat ik een beetje vergat dat ze maar zo kort klein zijn. Liefst keek ik haar vooruit. Hup hup, zitten, kruipen, staan, eten, praten, ik was zo trots op mijn knappe vluggertje. En pfff jeetje, nu zit ze ineens op de kleuterschool al weer in groep twee en gaat het me allemaal veel te hard.
Bij Melle had ik dat al een beetje minder, al kan ik me door de hardnekkige vermoeidheid de eerste twee jaren van zijn leventje een heleboel dingen helemaal niet meer terug halen. Wat ik trouwens echt heel erg vind. Zo fijn dat ik zo’n beetje dag tot dag vast leg in foto’s 🙂
Bij Siem gaat het helemaal anders. Hij heeft overal behoorlijke haast mee, ik bedoel het kind wil gewoon eigenlijk al lopen (maar kan dat gelukkig nog niet). Van mij mag hij nog wel een jaartje of wat een beetje baby blijven. Nu al schieten af en toe de tranen in mijn ogen als ik me besef dat hij eigenlijk al echt een jongen aan het worden is en het baby zijn er zo’n beetje vanaf aan het raken is. Echt babyvetjes heeft hij ook al niet. Officieel is hij uiteraard nog wel even mijn baby, de meest zachte, snoezigste, leukste zelfs, onofficieel trekt hij steeds meer zijn eigen plan.
Hij kruipt, staat af en toe per ongeluk los, loopt aan de hand al wat stapjes. Af en toe moet je dat bekkie zien. Alsof hij doorheeft wat hij aan het uitvreten a.k.a. ontdekken is. Hij schuift rustig alles naar binnen wat je hem voorhoudt en laat zich niet afschepen als ik iets in mijn mond stop wat hij best ziet zitten. En dat gaat met vallen en opstaan en mijn gave perzik baby heeft er zomaar wat bulten en plekken bij. Begrijp me niet verkeerd, ik weet echt wel dat het alleen maar leuker wordt. Jaja, maar diep in mij hart….
Stom is dat. Soms ben ik zo moe dat ik zou willen dat we een periode kunnen vooruitspoelen. Zodat ik misschien weer een beetje tijd voor mezelf heb en de kinderen zich zelf even kunnen vermaken. Ik misschien weer eens wat uren slaap zou kunnen inhalen. En soms kijk ik naar mijn kroost en voel ik de tranen achter mijn ogen prikken. Dat is van mij jongens, dat gouden drietal. En dan wil ik ze het liefst aan me vast binden of hun geurtjes, stemmetjes, uitdrukkingen in een potje bewaren zodat ik het straks als ze wat groter zijn nog eens kan openmaken. Laten we het maar even niet over de fotoboeken hebben.
Geef een antwoord