Ik viel nooit al zo op haantjes. Wel haantjes in de vorm van mannelijk kippen en kuikens enzo, maar niet op haantjes in de vorm van volwassen mannen. Ik heb ze dan liever een beetje verantwoord. Naar zichzelf maar zeker naar anderen.
Mannen en bier
Ik blijf graag ver vandaan bij mannen met bier. Te veel bier. Van die mannen die dan pochen over vrouwen, brallen over auto’s, banen, spieren, status e.d. Zich zelf een pepertje de kont in kletsen. De hoogte in stijgen door de alcohol. Het zijn mijn mannen niet. Dat soort mannen.
Had ik ooit een vriendje. Hij kan het zich vast nog herinneren. Allemaal net onze rijbewijzen. Een wedstrijdje midden in de stad in een woonwijk. Wie het eerste thuis was. Met onbehoorlijk alles was geoorloofd rijgedrag. Jongens onder elkaar. Een lach van oor tot oor, het testosteron spoot door de auto. Ik zat daar een beetje doodsangsten uit te staan. Kon ik achteraf niks anders dan hem door mijn tranen de huid vol schelden. Over overstekende kindertjes enzo. En hoe hij zich dan zou voelen. Hoe hij zich zou verantwoorden naar de papa en mama. Als hij zo nodig zichzelf de prak wilde inrijden, dan liever tegen een boom ofzo. Dat hij daar geen anderen bij moest betrekken. Ik zag mezelf al in mijn kistje liggen. Met mijn treurige pap en mam ernaast. Ik was achttien.
Hekel aan mannen a.k.a. volwassen haantjes
Ik ben inmiddels 30 en mama. Van twee prachtexemplaren. Ik heb het een en ander gezien. Aan aangereden jochies. Jochies die zich zelf met scootertje de prak in reden voor de ogen van hun vrienden. Meiden met z’n allen in een verongelukte auto. Niet altijd hun eigen schuld. Meestal niet. De papa’s en mama’s naast hun voor het leven strijdende kind. Het werd alleen maar erger.
Ik heb een hekel aan het verkeer. Maar nog meer een hekel aan haantjes. En er bevinden zich daar nog al wat haantjes. Laat mij daar buiten. Ik kom liever ’s avonds weer terug bij mijn kindjes. En mijn kindjes ook bij mij alstublieft…
Laat een reactie achter